Deze website maakt gebruik van cookies, zodat wij u de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in uw browser en voert functies uit zoals het herkennen van u wanneer u terugkeert naar onze website en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de website u het meest interessant en nuttig vindt.
U kunt al uw cookie-instellingen aanpassen door naar de tabbladen aan de linkerkant te gaan.
€ 100.000,00 schenken in 2017! De Belastingdienst maakt het niet makkelijker!
/in Uncategorized /door adminPer 1 januari 2017 is de schenkingsvrijstelling van € 100.000,00 terug. Bent u tussen de 18 en 40 jaar en koopt u een eigen woning of wilt u uw (rest)schuld van uw eigen woning aflossen dan kunt u gebruik maken van deze vrijstelling. Het klinkt zo simpel maar helaas is dat het niet. Voorkom een aanslag van € 10.00,00 of kom nu al in actie om een deel van uw vrijstelling niet te verliezen.
Waarom is dit nou niet zo simpel als de Belastingdienst doet voorkomen, ik kan hier toch gewoon gebruik van maken in 2017?
Helaas is dit niet altijd het geval. Dat heeft te maken met het feit dat er al veel langer de mogelijkheid was om gebruik te maken van een verhoogde vrijstelling. Zo kennen we al jaren de eenmalige verhoogde vrijstelling van ongeveer € 25.000,00. Tussen oktober 2013 en december 2014 was het mogelijk gebruik te maken van een vrijstelling van € 100.000,00 . En ook op dit moment is er de vrijstelling van ongeveer € 53.000,00 . Juist vanwege deze “oude” regelingen is het op dit moment oppassen, er zijn namelijk speciale regels waar u rekening mee dient te houden.
Kort gezegd komen deze regels er op neer, dat:
Ontvangt u toch een schenking van € 100.000,00 dan loopt u het risico op een aanslag van € 10.000,00;
U kunt dan in 2017 nog maar ongeveer € 27.000,00 schenken.
Overweegt u te gaan schenken in 2017 laat u nu al goed voorlichten!
Bij twijfel bel ons.
Nieuwe website live
/in Uncategorized /door adminOnze nieuwe website is vanaf vandaag actief.
Vermogens beheer
/in services /door adminU kunt bij Ligthelm & Dekker Notarissen ook terecht voor het voeren van vermogensbeheer.
Onder het voeren van vermogensbeheer wordt overigens niet begrepen schuldsanering natuurlijke personen. Als het regelen van financiële zaken een probleem of zorgen geeft, schakelt men in de eerste plaats familieleden in om te helpen. De problemen kunnen ontstaan door geestelijke en/of lichamelijke ziekte, ouderdom of handicap. Vaak neemt dan een partner, één van de kinderen of een goede vriend of kennis de zorg voor financiële zaken op zich. Men kan dit ook uit handen geven aan een derde.
Het vermogenbeheer kan in drie vormen plaatsvinden. Op basis van:
Welke werkzaamheden vallen onder het vermogensbeheer?
Het regelen van de financiële zaken van een cliënt. Het inkomen komt binnen op een kwaliteits-rekening die de notaris voor de betrokken cliënt houdt. De relevante instanties wordt verzocht de correspondentie en nota’s/declaraties te sturen naar het postadres van ons kantoor. De notaris regelt vervolgens de betalingen aan en voor de betrokken cliënt, treft zonodig betalingsregelingen of vraagt uitstel van betaling aan in geval van schulden.
Afhankelijk van de situatie wordt wekelijks of maandelijks een bedrag voor leefgeld overgemaakt op de bankrekening van de cliënt of op de bankrekening van de instelling waar men op dat moment verblijft.
De notaris zorgt ook voor de invulling van de benodigde formulieren voor bijvoorbeeld de ziektekostenverzekeraar, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Sociale Dienst en soortgelijke instellingen en verzorgt eventueel de belastingaangifte, alsmede de aanvragen voor zorg- en/of huurtoeslag.
Verder regelt de notaris de administratieve kant van een verhuizing, sluit desgewenst een goede uitvaartverzekering af, en – indien nodig – de benodigde verzekeringen voor de client af.
Jaarlijks wordt er rekening en verantwoording van het beheer afgelegd en wordt een financieel overzicht gegeven van de inkomsten en uitgaven.
De notaris werkt in goed overleg samen met de familie, met de relevante instellingen zoals bijvoorbeeld de Thuiszorg, en met het verpleeg- of verzorgingstehuis waar de betrokken cliënt eventueel verblijft.